De hangende spits
Het woord zegt het zelf. Is een speler die vlak achter de voorhoede (diepe spits) speelt, hij hangt tussen het middenveld en de aanval in een 4-4-2 systeem. Vanuit deze positie duikt hij op in de 16 meter, maakt hij acties. Hij hangt rond de diepe spits en is steeds aanspeelbaar tussen de linies. In balbezit heeft een hangende spits een meer vrijere rol en kan hij zich in het aanvallend compartiment vrij bewegen in steun van de diepe spits.
Eisen en specifieke kwaliteiten.
- Verdedigende taken: niet laten uitspelen, druk op de balbezitter.
- Dieptepass verhinderen.
- De bedoelingen van de tegenpartij kunnen lezen.
- Contact houden met andere spelers.
- Aannemen en vrijmaken van de bal.
- Schijnacrties, passeren.
- Afwerken (trap uit de 2e lijn).
- Ruimtes niet dichtlopen, aanbieden.
- 2 benig.
- Balbezit
- Scoren van doelpunten.
- Aanspeelbaar zijn tussen de linies.
- Ruimte creëren voor opkomende spelers.
- Alert zijn voor de dieptepass.
- Bal goed afschermen en terugleggen op middenvelder of op de flank voor de flank middenvelders.
- Bij voorzet op het juiste moment bewegen en volgens de afspraken voor doel komen.
- Fouten uitlokken rond de 16 meter.
- Trappen op doel wanneer zich de kans voordoet.
- In de rug gaan van de diepe spits.
- Samenwerking met diepe spits.
- Balverlies
- Zich centraal opstellen.
- Speelhoeken naar centrum afsluiten.
- Actief meeschuiven bij pressing.
- Negatieve pressing.
- Opvangen van opkomende verdediger.