De doelverdediger
De keeper is een belangrijk sluitstuk in het elftal. Hij kan in zijn eentje wedstrijden winnen of verliezen. De belangrijkste taak is ballen pakken en tegendoelpunten vermijden. De manier waarop speelt eigenlijk geen rol, hij moet efficiënt zijn.
Eisen en specifieke kwaliteiten.
- Techniek, dropkick/volley, werp - en traptechniek.
- Inzicht in spelsituaties zowel in balbezit als in balverlies.
- Coaching medespelers zowel in balbezit als in balverlies.
- Uitgangshouding.
- Opstelling.
- Vangen en verwerken van de bal.
- Reflex, lef, concentratie, behendigheid, mee voetballen, anticiperen.
- Balbezit
- Terugspeelbal vragen om het spel te verleggen, meedoen in het positiespel.
- Diep kijken, denken en spelen indien mogelijk.
- Goede voortzetting zonder risico d.m.v. pass, inworp, doeltrap of uittrap.
- Goede samenwerking met eigen spelers, coachen achterste linie m.b.t de opbouw.
- Balverlies
- Doelkansen voorkomen door goede coaching en positiespel ver voor doel (organiseren).
- Opstelling bij schoten, voorzet en duel 1 tegen 1. Slechts in de voeten gaan als je bij de bal kan, anders remmend wijken.
- Verwerken van de bal.
- Bij spelhervattingen, voetenwerk, luchtduel, vangen, vallen.