Kracht
Het vermogen van spieren om kracht te leveren vormt de basis voor al het bewegen, alsmede voor het handhaven van een houding. Deze kracht wordt ontwikkeld door het samentrekken van de spieren.
Wanneer men het over krachttraining heeft, denkt men gewoonlijk aan gewichtheffen, power-lifting of bodybuilding. In de sport is het krachtniveau onder meer afhankelijk van de tak van sport en hebben de diverse sportactiviteiten een verschillende doelstelling.
Vb: Bij gewichtheffen wil men de maximale kracht verhogen terwijl bij bodybuilding men streeft naar de toename van het spiervolume. In tegenstelling tot wat men over het algemeen denkt, vergen beide doelstellingen verschillende krachtprogramma’s.
Het grote verschil tussen krachttraining bij voetballers en krachttraining bij bodybuilding en gewichtheffers is dat bij voetballers de trainingen met gewichten ondergeschikt gemaakt wordt en dat bij deze laatst vernoemde sporten dit de hoofdmoot is.
Krachttraining kan omschreven worden als de fysieke voorbereiding bestemd om een bepaald aantal kwaliteiten in verband met de spierkracht te verbeteren.
In dit hoofdstuk bespreken wij de verschillende varianten.
We onderscheiden 2 klassieke types van contracties:
1. Isometrische (statische) contractie, een contractie waarbij de lengte van de spier onveranderd blijft. Er vindt geen beweging plaats, d.w.z dat de spier niet verkort en niet verlengd en er geen verplaatsing is van een lichaamsdeel.
2. Dynamische contractie, een contractie waarbij de lengte van de spier verandert. De opgelegde weerstand wordt verplaatst. Er vindt een beweging plaats, d.w.z dat de spier verkort of verlengd en er een verplaatsing is van een lichaamsdeel.
- Concentrische contractie: een dynamische contractie waarbij de spier verkort. De opgelegde weerstand wordt overwonnen.
- Excentrische contractie: een dynamische contractie waarbij de spier verlengt. De opgelegde weerstand wordt vertraagd tegengewerkt, geremd.
- Plyometrische elasticiteitstraining: excentrische contractie onmiddellijk gevolgd door een concentrische cintractie (0,2 sec).
We onderscheiden:
- Krachtuithouding: het vermogen om zo lang mogelijk kracht te ontwikkelen. Hierbij gaat men een relatief lichte last een zo groot mogelijk aantal malen mobiliseren.
- Maximale kracht: de grootst mogelijke willekeurige kracht die kan worden geleverd. Hierbij gaat men een zo groot mogelijke spierspanning ontwikkelen of een zo zwaar mogelijke last mobiliseren tijdens één herhaling.
- Snelkracht: het snel en herhaaldelijk overwinnen van behoorlijke weerstanden. Hierbij gaat men een gegeven last met de grootst mogelijke snelheid proberen te verplaatsen.
- Explosieve kracht: de grootst mogelijke willekeurige kracht die in een zo kort mogelijke tijd kan worden geleverd. Hierbij gaat men een gegeven last met de grootst mogelijke snelheid proberen te verplaatsen.
- Sportspecifieke kracht: denk onder andere in het voetbal aan sprongkracht, werpkracht, trapkracht, duelkracht enz.
Methodiek:
Bij het opmaken van een schema voor krachttraining moet rekening gehouden worden met het materiaal dat beschikbaar is zoals halters, zandzakjes, gymtoestellen enz. Afhankelijk van de doelstellingen die men wil realiseren, moet men bepaalde factoren aanpassen.
- Belasting: percentage van maximum (%1RM): het bepalen van 1 RM vergt een maximale krachtinspanning en zeer zware lasten. Dit houdt echter risico’s in en kans op blessures. Het is bovendien niet altijd mogelijk om de 1 RM-waarde te bepalen en in bepaalde gevallen zelfs niet wenselijk (bv. in de revalidatietraining). Zie onderstaande tabel om de 1 RM te bepalen zonder de maximale waarde te moeten overwinnen.
Herhalingen | % van 1 RM | |
1 | 100 % |
Herhalingen tellen alleen als de techniek perfect is uitgevoerd. We zullen dit illustreren aan de hand van een voorbeeld: |
2 - 3 | 95 % | |
3 - 4 | 90 % | |
4 - 6 | 85 % | |
6 - 8 | 80 % | |
9 - 11 | 75 % | |
12 - 15 | 70 % | |
15 - 19 | 65 % | |
19 - 24 | 60 % | |
24 - 30 | 55 % | |
30 - 34 | 50 % |
- Aantal herhalingen
- Aantal reeksen
- Rust tussen reeksen
- Soort oefening
- Aantal oefeningen in 1 sessie
Praktische raadgevingen bij het trainen van kracht:
-
Uitvoering: Het is belangrijk dat de oefeningen correct worden uitgevoerd om blessures te voorkomen. Het is aangewezen om eerst de beweging met een lichte belasting aan te leren. Dat laat niet alleen toe om het risico op blessure te minimaliseren, maar ook om de verhoopte krachtwinst te bereiken door het vermijden van compensatiebewegingen. In die context is het interessant erop te wijzen dat fitnesstoestellen (bv. Life-fitness, Cybex, Technogym, enz.) even doeltreffend zijn als losse gewichten (halters), maar ze meer zekerheid bieden op een correct bewegingsverloop voor de beginner. Voer de oefeningen uit over de totale lengte van de spier. Onder die voorwaarden ontstaat er ook geen negatieve weerslag op de souplesse van de spieren in tegenstelling tot wat er gebeurt wanneer de oefeningen uitgevoerd worden over een beperkt bereik.
-
Ademhaling : Veel (beginnende) sporters blokkeren bijna automatisch de ademhaling bij het tillen van een (relatief) zware last. Een volledige blokkering van de ademhaling moet dus vermeden worden. Dit kan men bekomen door bewust op de ademhaling te letten en zich aan de frequentie van de beweging aan te passen. De regel is dat men uitademt bij de grootste krachtontwikkeling (meestal bij het inzetten van de beweging) en inademt bij de terugkeer naar de uitgangspositie.
-
Progressie: Begin niet onmiddellijk met een te grote intensiteit. De pijn die daarop volgt, werkt dikwijls ontmoedigend. Begin zeer progressief en bouw op. De eerste week moet gewijd worden aan het aanleren van de oefeningen en het bepalen van de startbelasting (op het einde van de week bepalen van de 1 RM). Na ongeveer 2 tot 3 maanden trainen met een constante belasting kan men evolueren naar een trapsgewijze manier van trainen. Pas nadien en alléén wanneer er geen (medische) tegenindicaties zijn, kan men de overstap naar een training van het piramidale type overwegen. De progressie van een trainingsprogramma (van uithouding naar maximale kracht) en van de werkwijzen is de beste garantie voor een constante ontwikkeling van de spierkracht. Een krachttrainingsprogramma biedt geen vooruitgang meer na twee tot drie maanden identiek werken.
-
Opwarming: Vooraleer u begint aan uw krachtprogramma is het noodzakelijk dat u zich eerst een 15 min opwarmt. Fietsen, lopen, roeien (roei toestel) aan een matig tempo is voldoende. Warm achteraf eerst de desbetreffende spier wat op door deze met een matig gewicht te laten werken.
-
Frequentie van de oefensessie: Het aantal oefensessies per week en dus ook de recuperatieperiode is een andere belangrijke parameter in het succes van een trainingsprogramma. Het is bekend dat twee tot drie sessies per week nodig zijn om een maximale ontwikkeling te krijgen van een fysieke eigenschap. De beginner heeft reeds baat bij één oefensessie per week om vooruitgang te boeken. Indien men meer kan trainen dan is het nodig minstens één rustdag in te lassen tussen twee trainingen in, zeker wanneer men dezelfde spiergroepen wenst te trainen. Bepaalde sporters van hoog niveau doen elke dag spierversterkende oefeningen, maar alterneren van de ene dag naar de andere de oefeningen zodat verschillende spiergroepen getraind worden.
-
Cooling-down: Zorg voor een goede cooling-down met stretching van de belangrijkste gewrichten en spiergroepen. Na elke trainingssessie kunt u de buikspieren trainen. Telkens de rechte en schuine buikspieren. Herhalingen en series zelf te bepalen.
Voor- en nadelen bij het trainen met losse gewichten (halters) of speciale apparaten:
Voordelen losse gewichten.
- De oefeningen leunen meer aan bij de werkelijke sportbewegingen. De bewegingsmogelijkheden zijn veel gevarieerder.
- Ze bevordert de proprioceptie (het evenwichtsgevoel in de spieren en pezen).
- Ze zijn goedkoper en dus gemakkelijk zelf aan te schaffen.
- Ze zijn efficiënter in de ontwikkeling van kleinere spiergroepen.
Nadelen losse gewichten.
- Alleen trainen kan gevaarlijk zijn indien de oefeningen en belasting niet aangepast zijn.
- Sommige oefeningen vereisen een grote technische vaardigheid waardoor begeleiding of visuele controle (via een spiegel) absoluut noodzakelijk is.
- Een aantal oefeningen (bv. squat) voert men als beginner niet uit met vrije gewichten omwille van het risico op blessures.
Voordelen machine training.
- Deze trainingsvorm is geschikter om een spiergroep apart te trainen.
- Toestellen zijn veiliger.
- Toestellen zijn gemakkelijker te hanteren, dus kan men sneller trainen.
Nadelen machine training.
- Als leek is het zeer moeilijk uit te maken of een toestel veilig is en aangepast aan de lichaamsbouw.
- Er zijn weinig toestellen die de training van kleine spiergroepen mogelijk maken.
- Krachttrainingstoestellen die een correcte functionele beweging toelaten (Technogym, Nautilus, Cybex, Airflex, enz.) zijn goed maar zeer duur, zodat men ze alleen in fitnesscentra aantreft.
Tot slot:
Uiteraard is het laatste woord over kracht niet gezegd, maar daarvoor kan u terecht op ons Forum.