5, 10, 20 en 30 meter sprint
De 5, 10, 20 en 30 meter test wordt afgenomen op het veld met voetbalschoenen. De 5 en 10 meter wordt gebruikt voor het evalueren van de start- en reactiesnelheid. De 20, 30 meter test gebruiken we voor de evaluatie van de (maximale) loopsnelheid.
Opgepast
De test is niet geschikt voor mensen die geen of zeer weinig lichaamsbeweging hebben. Neem geen onnodige risico’s en bij twijfel over uw gezondheidstoestand ga dan eventueel eerst langs bij uw dokter.
Een goede warming-up is vereist.
Uitgebreide uitleg 5 en 10 meter sprint
Plaats 2 kegels op een afstand van 5 en 10 meter van de eerste kegel.
Op signaal dient de speler zo snel mogelijk naargelang de afstand die je test, 5 of 10 meter te sprinten.
De tijd gelopen wordt het best met een automatische tijdwaarneming gemeten.
Deze test wordt driemaal uitgevoerd, waarvan de beste wordt weerhouden.
De score wordt uitgedrukt in seconden en tienden van een seconde.
Voorbeeld: een tijd gelopen van 1,88 seconden krijgt een score van 1,88.
Uitgebreide uitleg 20 en 30 meter sprint
Plaats 2 kegels op een afstand van 20 en 30 meter van de eerste kegel.
Op signaal dient de speler zo snel mogelijk, naargelang de afstand die je test, 20 of 30 meter te sprinten. De speler heeft een vliegende start van ongeveer 6 meter.
De tijd gelopen wordt het best met een automatische tijdwaarneming gemeten.
Deze test wordt driemaal uitgevoerd, waarvan de beste wordt weerhouden.
De score wordt uitgedrukt in seconden en tienden van een seconde.
Voorbeeld: een tijd gelopen van 4,72 seconden krijgt een score van 4,72.
Benodigdheden
5 kegels in een rechte lijn.
Chronometer of automatische tijdwaarneming.
Fluitje.
Schrijgerief.
2 testleiders.
Opmerkingen
Automatische tijdwaarneming is bij voorkeur aangewezen.
Maak gebruik van goed schoeisel waardoor snel starten mogelijk is.
De speler moet voluit gaan.
Scoretabel
Gemiddelden per leeftijdscategorie en volgens niveau voor de 30 meter sprint (sec) | |||||||
Leeftijd | Onvoldoende | Zwak | Voldoende | Goed | Zeer goed | Uitstekend | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
-12 | > 5,3 | 5,3 - 5,1 | 5 - 4,8 | 4,7 - 4,6 | 4,5 - 4,4 | < 4,4 | |
-13 | > 4,97 | 4,96 - 4,78 | 4,77 - 4,61 | 4,6 - 4,42 | 4,41 - 4,26 | < 4,26 | |
-14 | > 4,8 | 4,8 - 4,6 | 4,59 - 4,5 | 4,49 - 4,3 | 4,29 - 4,1 | < 4,1 | |
-15 | > 4,6 | 4,6 - 4,4 | 4,39 - 4,3 | 4,29 - 4 | 3,99 - 3,9 | < 3,9 | |
-16 | > 4,3 | 4,3 - 4,2 | 4,19 - 4 | 3,99 - 3,9 | 3,89 - 3,7 | < 3,7 |
Referentie Förenbach e.a., 1986.