Huidplooien en vetpercentage
De prestaties van een sporter wordt in belangrijke mate bepaald door diens lichaamsgewicht. Elke atleet streeft bijgevolg naar een optimaal conditiegewicht. Sportmensen en zeker wedstrijdsporters hebben echter een grote hoeveelheid spieren, waardoor hun lichaamsgewicht relatief hoog wordt. Het is dus niet zozeer hun gewicht zelf dat belangrijk is maar eerder hun lichaamssamenstelling.
Lichaamssamenstelling: Men kan eenvoudig stellen dat de lichaamssamenstelling een verhouding is tussen het percentage vet en het totale lichaamsgewicht.
Er zijn een aantal manieren om de hoeveelheid lichaamsvet te bepalen. De meest gebruikte is de huidplooimeting. Op een aantal plaatsen op het lichaam wordt met behulp van een huidplooimeter de dikte van vetlagen en huid bepaald. Met behulp van een tabel kan het vetpercentage afgelezen worden.
Om de huidplooien correct te meten kan men gebruik maken van een huidplooicaliper (1e methode). Er is echter nog een eenvoudiger manier om uw vetpercentage te meten (berekenen) waarbij je alleen een meetlint en weegschaal nodig hebt. Bij deze 2e methode van vetmeting wordt gebruik gemaakt van lichaamsgewicht, taille (ter hoogte van je navel) en geslacht.
Er bestaan uiteraard nog mogelijkheden zoals elektrodiagnose en onderwaterweging, maar wij beperken ons tot de twee bovenvermelde methodes. De andere methodes vragen speciale aparatuur en/of specifieke vaardigheden om tot een accuraat eindresultaat te komen.
Bepalen vetpercentage
Het normale lichaamsgewicht van een persoon is afhankelijk van een aantal factoren. Hierbij denken we o.a. aan:
- Geslacht
- Lengte
- Leeftijd
- Lichaamsbouw
- Erfelijke factoren
- Lichaamssamenstelling ...
Benodigdheden voor het bepalen van het lichaamsvet
- Een huidplooicalipter of lintmeter.
- Schrijgerief.
- Weegschaal.
Methode 1 |
De 5 metingen
De score = de som van de 5 huidplooidiktes, uitgedrukt in mm en tot 0,1 mm nauwkeurig.
1. Triceps huidplooi:
- De speler staat ontspannen en de arm hangt naast het lichaam.
- Hef de triceps huidplooi achteraan op de middellijn van de arm en halfweg tussen de elleboog en de schouder.
- Meet de huidplooi verticaal.
2. Biceps huidplooi:
- De speler staat ontspannen en de arm hangt naast het lichaam.
- Hef de Biceps huidplooi vooraan op de middellijn van de arm en halfweg tussen de elleboog en de schouder.
- Meet de huidplooi verticaal.
3. De rug:
- De speler staat ontspannen.
- Hef de huidplooi onder het schouderblad, onder een hoek van 45 graden neer- en buitenwaarts.
4. De buik:
- De speler staat ontspannen.
- Hef de huidplooi net boven het heupbeen onder een hoek van 45 graden neer- en voorwaarts.
- Meet de huidplooi verticaal.
5. De kuit:
- De speler staat ontspannen met de benen lichtjes gespreid. (speler kan ook op een stoel zitten)
- Hef de huidplooi aan de binnenzijde van het onderbeen, ter hoogte van het dikste deel van de kuit.
- Meet de huidplooi verticaal.
Hieronder ziet u bepaalde normen per leeftijdscategorie (som van de 5 huidplooimetingen)
Score's per leeftijdscategorie (mm) | |||||||
Leeftijd | Zeer weinig vet | Weinig vet | Gemiddeld weinig vet | Gemiddeld veel vet | Veel vet | Zeer veel vet | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
-12 | < 21,7 | 21,7 - 27,5 | 27,5 - 35,4 | 35,4 - 45,7 | 45,7 - 55,1 | > 55,1 | |
-13 | < 23,6 | 23,6 - 28,3 | 28,3 - 35,1 | 35,1 - 43,7 | 43,7 - 62,9 | > 62,9 | |
-14 | < 26,6 | 26,6 - 30,4 | 30,4 - 35,9 | 35,9 - 44,9 | 44,9 - 57 | > 57 | |
-15 | < 18,9 | 18,9 - 28,4 | 28,4 - 35,1 | 35,1 - 42,7 | 42,7 - 55,4 | > 179,2 | |
-16 | < 17,5 | 17,5 - 26,1 | 26,1 - 31,2 | 31,2 - 39,6 | 39,6 - 47,7 | > 47,7 |
Referentie Lohman e.a., 1988
Methode 2 |
We kunnen ons vetpercentage bij benadering berekenen aan de hand van van onderstaande formule. Vrouwen hebben van nature meer vet dan mannen. Daarvoor gaan we 2 verschillende formules hanteren:
Nodige parameters:
- De omtrek van uw taille (ter hoogte van de navel, gemeten net na het uitademen)
- Uw gewicht
- Uw geslacht
Berekeningsmodule Vetpercentage:
Let wel! Wil je een getal ingeven met een komma, dan moet je de komma vervangen door een punt.
Bvb.: 80,5 kg moet worden ingegeven als 80.5 kg!
Streefwaarden:
In onderstaande tabel kan je, per leeftijdscategorie, de ideale waarden terugvinden.
Vetpercentage (ideale waarden) | |||
17-29 jr. | 30-39 jr. | >39 jr. | |
15 % | 17 % | 20 % | |
25 % | 27 % | 30 % |
Bepalen vetmassa en vetvrije massa
Het menselijk lichaam is grofweg opgebouwd uit twee componenten met een relatief constante samenstelling: de vetmassa (VM) en de vetvrije massa (VVM).
De vetmassa is de totale, al dan niet opgeslagen, hoeveelheid vet in het menselijk lichaam.
De vetvrije massa is 'wat overblijft': skelet, spieren, organen enz.
Als je vetpercentage gekend is (zie hierboven), dan kan je daaruit eenvoudig je vetmassa (VM) en je vetvrije massa (VVM) afleiden. Desgewenst kan je ook berekenen hoeveel vet je moet verliezen om een bepaald vetpercentage te bereiken.
Ziehier een voorbeeld voor de berekening van je vetmassa:
Je huidig gewicht = 80 kg en je hebt een vetpercentage van 20 procent.
Je wilt je vetpercentage verlagen naar 15 procent.
Berekening:
- Huidige vetmassa: 20% van 80kg = 16kg
- Vetvrije massa: 80kg - 16kg = 64kg
- Je vetvrije massa blijft gelijk - je vetmassa moet dalen naar 15%
- Vetvrije massa wordt: 100% - 15% = 85% van je totale lichaamsgewicht (85% = 64kg)
- Streefpercentage vetmassa: 15%
- 85% = 64kg dus 15% = 11,29kg d.w.z. dat je dus 4,7 kg vet moet verliezen (16kg - 11,29kg)
Berekeningsmodule Vetmassa en vetvrije massa:
Let wel! Wil je een getal ingeven met een komma, dan moet je de komma vervangen door een punt.
Bvb.: 80,5 kg moet worden ingegeven als 80.5 kg!