De dribbel
Techniek is een belangrijk element in het voetbal. Dribbelen is een onderdeel hiervan en de dribbelvaardigheid kan geëvalueerd worden m.b.v. de DRIBBEL test.
Opgepast
Een goede warming-up is vereist.
Uitgebreide uitleg
Plaats 9 stangen in een rechte lijn op een afstand van 2 meter van elkaar.
De speler stelt zich op naast de eerste stang. Hij/zij vertrekt op het signaal van de coach met bal aan de voet en probeert zo snel mogelijk tussen de 9 stangen heen en terug te dribbelen.
De speler krijgt 2 pogingen (geef 3 min. rust tussen beide pogingen).
De score wordt uitgedrukt in seconden en is tot op een tiende van een seconde nauwkeurig. De beste score van beide pogingen wordt weerhouden.
Voorbeeld: speler heeft een score van 20,3 seconden maar heeft 2 poortjes overgeslaan, dan is zijn score 20,3 + (2x2) = 24,3
Benodigdheden
1 bal.
Meter om afstanden uit te zetten tussen de stangen.
Schrijgerief.
Chronometer.
9 slalomstangen.
Opmerkingen
De coach stopt de tijd op het moment dat de speler het laatste poortje bij de terugweg kruist.
Bij het overslaan van een poortje of bij het omver lopen van een stang worden er 2 strafseconden per gemaakte fout bijgeteld.
Scoretabel voor de dribbel test
Gemiddelden per leeftijdscategorie en volgens niveau (sec.) | |||||||
Leeftijd | Onvoldoende | Zwak | Voldoende | Goed | Zeer goed | Uitstekend | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
-12 | > 23,5 | 23,5 - 21,3 | 21,3 - 19,3 | 19,3 - 18 | 18 - 17,1 | < 17,1 | |
-13 | > 21,9 | 21,9 - 20,6 | 20,6 - 18,6 | 18,6 - 17,7 | 17,7 - 16,5 | < 16,5 | |
-14 | > 20,9 | 20,9 - 19,2 | 19,2 - 18,2 | 18,2 - 17,2 | 17,2 - 16,2 | < 16,2 | |
-15 | > 20,2 | 20,2 - 19,1 | 19,1 - 17,7 | 17,7 - 16,6 | 16,6 - 16,1 | < 16,1 | |
-16 | > 19,2 | 19,2 - 18 | 18 - 16,9 | 16,9 - 15,9 | 15,9 - 15,4 | < 15,4 |
Referentie Kuhn, 1978.